Casus Anneke

Bij binnenkomst kijkt Anneke eerst door het raam lachend naar binnen, ziet mij en doet dan haar handen voor haar ogen. Als ze naar binnen loopt gaat ze even naar de poppen/keukenhoek. Als de kring wordt aangekondigd zegt ze ‘nee’ maar komt er even later wel bij zitten. Ze kent het ritueel goed: stoel pakken, liedje, kiezen, tellen. Ze doet er lachend aan mee en praat op een fluistertoon.
Het kiezen van een activiteit doet ze meteen. Ze kiest voor lezen. Op de suggestie van haar juf dat ik mee mag lezen zegt ze ‘ja’. In eerste instantie kiest zij een boekje uit en later mag ik ook een boekje uitkiezen. Tijdens het boekje lezen vertelt ze wat ze ziet met 1-woordzinnen. 1 gebeurtenis beschrijft ze met drie woorden. “baby moest huilen” Als ik vraag wat er is gebeurd, zegt ze: “baby, huil, fles”. De fles van de baby is  gevallen. Ik kan Anneke slecht verstaan vanwege de fluistertoon en ook de articulatie.
Even later pakt ze een kralenbak en gaat kralen rijgen. Een jongetje pakt een paar keer haar ketting af. Anneke reageert door er naar te kijken. Ze kijkt daarna naar mij. Als ik zeg dat ze moet zeggen dat het van haar is, doet ze dat niet. Het jongetje geeft het op mijn aanwijzingen terug. Dit gebeurt een paar keer achter elkaar. 
Even later gaat ze een noppenbord met op de achtergrond een plaatje vullen. Ze doet dat keurig op kleur. Er komt een ander kind kwam bij en vult ook mee. Dit kind houdt zich niet aan de kleuren. Anneke lijkt dit niets te kunnen schelen. Ze gaat gewoon door met haar eigen plan.
De juf kondigt aan dat er opgeruimd moest worden, maar Anneke gaat door met de noppen. Pas op het moment dat de juf samen met haar gaat opruimen gaat zij ook opruimen. De kinderen gaan even iets drinken en fruit eten.
Ze mogen daarna vrij spelen. Anneke kijkt met een lachend gezicht naar me. Ze heeft een speelgoedbeest in haar hand. Even later loopt ze naar de boekenhoek en pakt een boekje, gaat zitten en begint erin te bladeren. De juf zegt dat ze moet opruimen. Anneke zegt  ‘nee’, maar gaat na een tijdje wel opruimen.
De kinderen van de groep worden aangespoord om naar de wc te gaan. Aan Anneke wordt ook gevraagd of ze naar de wc gaat. Ze zegt  ‘nee, ik slapen’ en gaat op de bank liggen met haar handen voor haar gezicht. Een ander kind wast zijn handen en Anneke gaat erbij staan. Ze gaat ook haar handen wassen. Tijdens het handen wassen heeft ze even contact met het andere kind door iets te zeggen en naar het andere kind te kijken.
De juf heeft knutselwerkjes klaargelegd. Tegen de kinderen wordt gezegd dat ze naar de tafel moeten gaan om te knutselen. Anneke gaat op de bank liggen. Eerst met haar handen voor de ogen en later kijkt ze even naar de juf.  Er wordt een paar keer gevraagd of ze komt zitten. Ze lijkt wel  nieuwsgierig, maar zegt toch ‘nee’.
Ik geef haar een potlood en zeg dat als ze wilde tekenen ze aan tafel moet komen zitten. Anneke pakt het potlood en kijkt naar de tafel, maar gaat niet zitten. Als de spullen worden opgeruimd loopt Anneke naar de poppenhoek.